Aan mijn allerdikste vriend...
Op 2 juni namen we afscheid van jou... We moesten je loslaten, maar ik wil mijn laatste brief aan jou delen, zodat iedereen weet hoeveel je wel voor mij betekend hebt...
Stephanie
Dag Pépe,
Al zovele keren heb ik in mijn hoofd overlopen wat ik op papier zou
zetten, mocht jou iets overkomen, sinds die noodlottige nieuwjaarsdag in 2014.
Maar nu het echt moet, lukt het mij niet… Ik wou dat ik alle mooie, leuke en
warme herinneringen kon opsommen, maar dat zijn er té veel. Ik wil je leven
niet opsommen, nee, ik wil iedereen gewoon meegeven wie je voor mij was en
hoeveel ik van je hou.
Iedereen mag je Bob noemen, ik heb het voorrecht om je pépé te noemen:
mijn allerdikske vriend.
Ook de grootste grapjas die ik ken: je deed me
geloven dat je Napoleon nog gekend had en ik hing aan jouw lippen tijdens onze
ochtendwandelingen op de camping in de Ardèche. (ter mijn verdeging: ik was 9
ofzo).
Na oeverloze conversaties te hebben gehouden daar,
al wandelend in de bergen, gingen we aperitieven: jij een Ricard en ik een roze
kauwgom om bellen te blazen.
Samen gingen we naar Disneyland Parijs, vlak
nadat het opende, want dat had je beloofd. Gelukkig voor jou dat er eentje open
ging in Parijs, anders mocht je met mij naar Amerika trekken.
Tot op de dag van vandaag gaan de jongens en ik
er graag heen en vertel ik het verhaal van mijn allereerste keer op de
attracties met jou.
Je was ook iemand die kon blijven praten en
babbeltjes slaan: je kende bijvoorbeeld elke cassière in elke supermarket die
je binnenging en je sloeg een babbelke, met hier en daar een kwinkslag, met
iedereen die het wou horen. Ik vermoed dat Stan ook van dat babbelwater heeft
gedronken, want thuis zwijgt hij soms niet.
Je was geduldig en een luisterend oor: met alles
kon je bij jou terecht, van het allerkleinste tot het allergrootste.
Je was zo trots toen je hoorde dat je
overgrootvader werd en bezoek van de jongens was voor jou een feest. Ze kregen
koekjes en drankjes en je spaarde alle kinderboekjes van de krant voor hen.
Maar toen werd je broos omwille van je hart en
af en toe verdwaalde je in de mist van je
geest. Je eigen grootvader zien huilen omdat hij niet snapt wat er met
hem gebeurt: het breekt je hart. En het enige wat je kan doen, is hem troosten.
Net zoals hij je al die jaren getroost heeft.
Je hebt het lot 3 jaar lang te slim af geweest:
we lachten vaak met het feit dat je als onkruid was dat niet verging.
Ik ben blij dat ik in je laatste heldere
momenten bij je was en je kon vertellen dat wij wel voor oma zouden zorgen. Je
knikte. En dat het oké was. Je knikte opnieuw en net voor je ging slapen nam je
oma haar hand eens vast. Ik koester dit voor altijd.
Pépé, jij hebt veel bijgedragen aan wie ik
vandaag de dag ben. Ik hou je levend door Stan, Oscar en Lou te vertellen wat
een speciale opa en pépé je was. En in mijn hart denk ik aan jij en ik,
wandelend in de bergen. Doe de groeten aan Napoleon…
Reacties
Een reactie posten